Paaltjesroute door het Dwingelderveld
Deze wandeling begon als volgt. ‘Ben je vrij vandaag mam? Heb je zin om samen een wandeling te maken, dan kom ik met de trein naar station Beilen en dat jij mij daar oppikt?’ Om half twee s’ middags stap ik uit de trein en in de auto bij mijn moeder. Nog geen 10 minuten later staan we op de parkeerplaats van het bos. Eigenlijk wilde ik een andere paaltjesroute lopen voor een blog, maar op de een of andere manier viel mijn oog die dag op de wegwijzer die de andere kant op wees. Ik ben hier al zo vaak geweest en toch is dat bordje mij nooit opgevallen. “Zullen we de blauwe paaltjes volgen mam?” maar eigenlijk had ik dat niet eens hoeven vragen want mijn moeder volgt gedwee. Meteen ben ik afgeleid want ik spot een sponszwam, vol trots laat ik hem zien en vertel er een beetje over. Oké, verder met de wandeling! Het eerste stukje herken ik nog, hier kom je namelijk ook langs als je de twee andere paaltjesroutes van Staatsbosbeheer volgt. Maar dan worden we opgeslokt door de prachtige omgeving en vergeten we bijna waar we zijn. Heuveltjes, slingerende wandelpaden, berken confetti en een explosie aan paddenstoelen. Wauw! Een paar mountainbikers passeren ons en dan keert de rust weder.
Het Koelevaartsveen
Waar we eerst door het dichte bos liepen, lopen we nu over een breed zandpad een enorm heideveld tegemoet. En dan daar in de verte, alsof je de zee ziet liggen. “Dat is vast en zeker waar de wandelroute naar vernoemd is, het Koelevaartsveen”. Mijn moeder hoort mij amper want die is al afgedaald naar het water. Het infobord bevestigd mijn vermoedens, dit is inderdaad het Koelevaartsveen. Het uitzicht is fantastisch, je kan zo ver kijken, ongelofelijk. Nadat twee ruiters ons gepasseerd zijn schieten we een smal, slingerend bospaadje op. Eenmaal aangekomen op een kruispunt valt een witte vlek in het groene bos ons op. Een verloren schaap! Daar weten moeder en dochter wel raad mee, er op af! Maar zo verloren is het schaap niet, ook al staat die er eenzaam en alleen bij, als die ons aan ziet komen lopen scharrelt het rustig verder en er is niks van paniek te merken. Zo verloren is het klaarblijkelijk niet. Eenmaal terug op het pad zien we in de verte weer wat schapen lopen en als we uitrusten op een bankje loopt nog een koppeltje ons voorbij. Niet heel veel verderop zien we de rest van de kudde grazen in een grote groep. Wat een prachtige dieren zijn het ook, die Drentse heideschapen.
Alsof de wandelroute al niet mooi genoeg was lopen we ineens een klein hulstbos binnen. Een van de favoriete struiken van mijn moeder. “Hier kan je heel wat kerststukjes mee maken.” grapt ze en terwijl ze op zoek is naar een specht maak ik een mooie foto van haar. Eigenlijk vind ze het maar niks om op de foto gezet te worden, ‘maak dan ook maar een foto van die heuvel daar.’ Het is inderdaad een magisch plaatje. Na nog heel wat slingerende bospaadje, een vennetje en zelfs een acrobatische eekhoorn zit de wandeling er weer op.