Paaltjesroute over het Buinerveld
We zijn de eerste op de parkeerplaats, niet zo gek voor een zondagochtend om 10.00 uur. Het is koud en mijn vriendin gebied mij door te lopen, dus vlug berg ik mijn camera op en sluit met een klein hupsje aan. Via een bospaadje komen we uit op het Buinerveld met aan onze linkerhand de gletsjerkuil. Ik probeer enthousiast wat te vertellen over deze bijzondere kuil maar Chris heeft er geen boodschap aan. Het is koud hier op de open vlakte! De route laat ons weer de beschutting van het bos inlopen en dan komen we bij een bevroren vennetje. Terwijl ik foto’s maak wijst Chris mij op een geplastificeerd papier op de grond. Het is een paars papier dat waarschuwt voor het gevaarlijke Ranavirus, wat dodelijk is voor amfibieĆ«n. “Geen Toegang’ staat er met hoofdletters en iets verderop zien we de resten van een afzettingslint wapperen in de wind. “Mogen we hier nu wel in dan, kunnen we niet beter teruglopen?” vraagt mijn vriendin. Ik twijfel, ik weet niet hoe de route verder loopt en waar we hem dan weer kunnen oppakken. Misschien illegaal, misschien niet, besluiten we de route te vervolgen. Nergens anders komen we afzetlinten tegen en/of waarschuwingspapieren voor het Ranavirus. Misschien is Staatsbosbeheer vergeten het weg te halen op die ene plek?
In het spoor van de mammoet
“Wat een rust” zegt Chris terwijl ze tevreden om haar heen kijkt. Normaal gesproken zijn we later op pad en komen we geregeld mensen tegen. Nu hebben we het bos voor ons alleen. “Kijk een zebrabos” terwijl ik naar de dunne berkenbomen wijs aan onze linkerhand. Rechts ontdek ik een hut, de kinderen hebben het er maar druk mee in dit bos. Dan komen we uit op een kruispunt en verdwijnt Chris de bosjes in. Haar handgebaren vertellen genoeg, ik moet stil zijn want ze heeft een vogel gespot. Ik besluit de twee objecten voor mij te inspecteren. Eerst een grote steen met inscriptie. Het blijkt ter ere van de geboorte van Koningin Beatrix geplaatst te zijn, bij een mooie eikenboom. Het andere object is een schuilgelegenheid voor wandelaars en fietsers. Ooit afgebrand maar sinds een aantal jaar hersteld door vrijwilligers. Terwijl ik plaats neem op een van de banken in de schuilhut komt Chris teleurgesteld aangewandeld, ze heeft de roofvogel niet kunnen spotten.
Door het stormbos van Ees
Wie we wel spotten is een bonte specht. Hij is druk bezig en negeert ons compleet, waardoor ik uitgebreid de mogelijkheid heb mijn camera op hem te richten. Tevreden lopen we verder en dan herken ik het bos waar we doorheen mogen lopen. Het is alsof je een andere wereld instapt. Overal liggen dode bomen, begroeid met felgroen mos, een overblijfsel van een storm in 1972. Een slingerpaadje leidt je door dit sprookjesachtige bos. Voor mij persoonlijk toch wel het hoogtepunt van deze wandeling. Dan komt de gletsjerkuil weer in zicht en daar komen we ook voor het eerst andere wandelaars tegen. Als we aankomen op de parkeerplaats zijn we duidelijk niet meer de enige, maar voor ons wacht alleen nog de thuisrit.