Wandelroute De Duintjes
Corona vraagt om creatieve oplossingen, zeker als je beste vriendin gaat trouwen en er een klein vrijgezellenweekendje op de planning staat. Mijn taak voor het weekendje weg? De wandelingen regelen en dat is niet moeilijk als de bestemming de Veluwe is. Nog beter, het dorpje Koudhoorn, gelegen aan het Sprielder- en Speulderbos. Mijn oog viel al snel op deze paaltjesroute van Staatsbosbeheer, de Duintjes. Waarom de wandeling deze naam gekregen heeft werd al snel duidelijk.
De parkeerplaats is klein en ook niet zo heel fijn gelegen midden in een bocht van een drukke weg, maar dat mag de pret niet drukken. Er is nog plek voor onze twee kleine stadsauto’s en na een gezellige picknick hijsen we de tassen op onze rug en gaan we van start met de wandelroute. We beginnen met een pittig klimmetje en begrijpen al snel waarom deze wandeling de naam ‘de Duintjes’ heeft gekregen. Je wandelt namelijk een heel stuk over hoge ‘duinen’ in het bos. Maar ‘what goes up, must come down’ en zo wandelen we niet veel later het lager gelegen bos in. Een prachtige brede, groene laan opent zich voor ons en de eerste dansende bomen worden zichtbaar. Van een open, lichtgroen bos gaan we naar een donker naaldbos en weer terug naar de welbekende felgroene bomen. Zo soepel als ik het hier schrijf, zo soepel ging het niet voor iedereen in het gezelschap. Al snel werd duidelijk dat ik niet alleen de taak had gekregen de wandelroute uit te kiezen, maar vooral ook te navigeren. Want er werd lekker gekletst en minder om de routepaaltjes gedacht. Als ik niks had gezegd hadden we nu nog in het Sprielder- en Speulderbos gewandeld.
Wildspotten in het Sprielderbos
Waar de twee zussen gezellig aan het kletsen waren was ik geïntrigeerd door de omgewoelde bosgrond. Zou dit nou echt door wilde zwijnen komen? Liepen die niet alleen in het Nationaal Park de Hoge Veluwe? Maar waarom zouden hier graafmachines zijn geweest? Voorzichtig deel ik mijn gedachten en met een bedenkelijke blik wordt er om ons heen gekeken. Het zijn wel heel veel woel sporen, dit is niet door bosbouw. Dus trekken we de conclusie dat het van wilde zwijnen moet komen. Nou, dan kan je wel raden hoe de rest van de wandeling verliep, voor mij althans. In elk bosje, achter elke boom, verwachte ik wel een grote kop van een zwijn te zien opduiken. Als we uitkomen bij een wildkijkscherm kan ik mijn geluk niet op. Karin staat als eerste bij het scherm, ik hoor of zie geen enthousiaste reactie (al is het maar de vraag hoe enthousiast zij zou worden van een wild zwijn) en als ik bij het scherm aan kom kijk ik beteuterd door een kijkgat. Het is leeg aan de andere kant van het scherm. Niet verwonderlijk zo om half drie s’ middags. Toch geef ik de hoop niet op en blijf ik uitkijken naar wilde zwijnen de rest van de wandeling.
Het laatste stuk van de wandelroute kronkelen we door het bos terug naar de duintjes. We wandelen precies hetzelfde pad terug naar de parkeerplaats als hoe we gestart waren maar met de duintjes is dat zeker geen straf. We hebben ons verbaasd over de rust in het bos. Op een zonnige zaterdagmiddag in mei kwamen wij maar een handjevol mensen tegen. Eenmaal terug op de parkeerplek was er geen plek voor nieuwe auto’s geweest dus wie weet hadden we ook net geluk.