Van: natuurcamping de Linden
Naar: Havenstraat Onstwedde
Kilometers: 10.5
“Dit is gewoon mijn laatste dag”
“Dit is gewoon mijn laatste dag”, dat is het eerste dat ik denk als ik wakker word. Waar ik twee nachten geleden nog buiten mijn slaapzak sliep met een t-shirt aan. Heb ik deze nacht mijn broek, sokken, shirt en trui aangehad in de slaapzak. Het is fris als ik de tent uit kruip en alles is vochtig, inclusief het gras. Dat betekent natte sokken in mijn slippers maar ach, het is toch de laatste dag! Vol weemoed pak ik alles in, de tent heb ik nog niet eerder zo nat in de tas gestopt. Als ontbijt heb ik de crunchy chocolade muesli bewaard omdat deze mij het lekkerst leek. Al staand eet ik de zak leeg, best lekker inderdaad! Omdat ik vandaag geen haast heb maak ik ook nog een kop koffie en drink deze met de zon in mijn gezicht op. Gisteravond heb ik de tip gekregen op Instagram om een extra sok om mijn blarenvoet te doen. Ik besluit om mijn slaap sok hier voor te gebruiken, de alpacawol zal vast een goede extra laag aanbrengen. Probleem hiervan is alleen dat mijn tenen knel komen te zitten. Het is namelijk een vrij dikke sok, maar het is vandaag kiezen tussen twee kwaden besluit ik, sorry tenen. Met een blauwe en roze sok aan ga ik op pad, de laatste kilometers van het Westerwoldepad!
Ik had terug kunnen lopen naar de Zaadstukken en daar netjes de route kunnen oppakken, maar de zogenaamde sintelweg is bezaaid met kleine steentjes dus besluit ik via het fietspad aan te sluiten op de route. Asfalt wacht er vandaag genoeg op mij, dan kunnen die paar extra kilometers er ook wel bij. Het is hier op het fietspad dat ik de meest bizarre situatie van het Westerwoldepad tegenkom. Ik hoor het gehuil van een baby, in eerste instantie moet ik wat grinniken, ‘heerlijk zo wakker worden om 9 uur s’ochtends op een zondag’ denk ik bij mezelf. Het gehuil komt dichterbij, vast een raam dat open staat. Maar wat schetst mij verbazing (en horror) er zit een kindje, vast niet ouder dan een jaar, in een soort konijnenhok op poten buiten niet ver van een huis. Zodra het kindje mij ziet stopt het met huilen, ik ben gewoon perplex en weet niet wat ik moet met deze situatie, de politie bellen? Er staat wel een deur open van de boerderij ernaast, dus het kind zal vast bewust buiten zijn gezet. Maar toch, een kind in een konijnenhok buiten zetten op zondagochtend 9 uur? Ik weet niet wat ik moet doen en vind de politie bellen wel een hele grote stap. Met een ongemakkelijk gevoel loop ik door. Achteraf gezien had ik misschien kunnen aanbellen bij de boerderij en netjes kunnen vragen of dat hun kindje was. Maar wat als het hele onaardige mensen zijn die helemaal niet op een bemoeial als ik zitten te wachten? Het gehuil draagt ver en het duurt nog wel even voor de stilte van zondagochtend is terug gekeerd. Al snel ben ik weer terug op de route en mag ik weer een oeverpad op, dit keer naast de Mussel Aa. Het zonnetje schijnt volop maar produceert een gematigde warmte, ideaal wandelweer. Kilometers loop ik tussen akkers en de Mussel Aa, weer ben ik blij dat ik hier niet loop met 30 graden, of met regen, man wat wordt het dan afzien.
Het oeverpad komt uit op een doodlopende asfaltweg, als er ineens een kleine wielerploeg achter mij verschijnt ben ik dan ook verbaasd. Waar komen zij ineens vandaan? Een picknickbank verstopt achter de bosjes is mijn pauzeplek voor vandaag. Hij staat in de schaduw, wat ik normaliter heel fijn zou vinden maar met de wind van vandaag zit ik met kippenvel op mijn benen mijn ontbijtkoek te eten. Ik app Chris dat ik bijna halverwege de route ben, dus dat ze nu wel uit bed moet komen want met een uurtje verwacht ik weer in Onstwedde te zijn. Bij het Hoogholtje over het Musselkanaal bel ik haar op, ik ga er nu echt met een uur zijn. Ik maak een vrolijke selfie bij de brug maar die lach verdwijnt langzaam maar zeker als ik op een eindeloos breed zandpad naast het kanaal gestuurd wordt. Ik pak de routekaart erbij op mijn telefoon en zie dat er een lus in de route zit die ik zou kunnen afsnijden. Het betekent wel dat ik kilometers over een fietspad langs de grote weg moet lopen, maar dat heb ik de afgelopen twee dagen al zoveel gedaan dat dit er nu ook wel bij kan. Als ik uitkom op de grote weg en het punt waarop ik ga smokkelen besef ik mij dat dit de doorgaande weg naar Smeerling is. Ik kan het toegangsbord gewoon bijna vanaf hier zien. Bizar om te denken dat ik daar op dag twee nog liep. Waar de route de weg oversteekt sla ik nu linksaf richting Onstwedde. Een tegemoetkomende auto toetert naar mij, een andere automobilist steekt zijn hand op. Ken ik deze mensen? Waarom groeten zij mij? Of is dit een ‘ik heb respect dat je met een backpack op pad bent’ groet? Ik kan er wel om lachen en zwaai vrolijk terug. Onstwedde komt steeds dichterbij, ik herken het benzinestation waar wij een week geleden nog afsloegen om mij in de Havenstraat af te zetten. Misschien kan ik Chris al wel zien aan komen rijden!
Een grote vrachtwagen ontneemt mij het zicht op de markering, gelukkig is daar dan altijd nog de routebeschrijving. Ik wurm mij langs de vrachtwagen en wandel langs het water in de richting van de kerk. Ik ben eerder dan verwacht bij de kerk, gelukkig is er een bankje vanaf waar ik mijn laatste video maak voor de Instagram stories. Er kan zelfs nog een sprongetje van af ook met backpack op de rug. Het is bijna half twaalf, Chris zou er al kunnen zijn, dus opgetogen wandel ik naar de Havenstraat. Maar er is geen witte Twingo te zien, daar gaat mijn shot van Maeve die rennend op mij af komt omdat ze mij al een week niet gezien heeft. Ik zet de tas neer, wissel mijn wandelschoenen in voor slippers en wacht. De extra sok heeft enorm geholpen vandaag, ik heb de blaar amper gevoeld. Mijn tenen zijn vooral blij dat ze weer ruimte hebben om te bewegen. Daar komt de witte Twingo aan. Chris stapt uit, opent de passagiersdeur en Maeve springt uit de auto. Al piepend, blaffend, kwispelend, springend begroet ze mij. Het had zo in een film gekund. (Toch jammer dat het niet op film staat.) Chris begroet mij (gelukkig) iets minder heftig en is zo galant om mijn tas en wandelschoenen in de kofferbak te tillen. Mijn Westerwoldepad avontuur zit er gewoon op! Ik heb het gedaan! Waar ik op dag 2 mij serieus afvroeg of ik het wel zou kunnen gaan volbrengen, sta ik nu gewoon weer op de plek waar ik een week geleden gestart ben. Ik ben trots op mijzelf. Het voelt vreemd om te weten dat ik morgen niet weer hoef te wandelen, maar mijn voeten zijn er vast maar al te blij mee. De tent zet ik nog één keer op, achter in de tuin om te drogen. Zo integreer ik weer langzaam in het dagelijkse ritme van wonen in de stad. Maar het vlammetje is aangewakkerd, ik wil dit vaker doen!