Noaberpad: van Bad-Nieuweschans naar Bellingwolde – 22km

Het Noaberpad is een lange afstandswandeling van 432 kilometer van Bad-Nieuweschans naar het Duitse Kleve. Je loopt langs en soms over de grens met onze buren, onze ‘noabers’. In de eerste etappe maak je voor het eerst kennis met de Groningse grensstreek Westerwolde. Hier kun je nog kilometers ver kijken en wandelen zonder ook maar een mens te zien. Het kleinste Oost-Groningse vestingdorp Oudeschans is één van de cultureel-historische hoogtepunten op deze etappe en het natuurgebied de Lethe nabij Bellingwolde zorgt voor wat onverharde wandelpaden plezier. Een ding is zeker, na deze eerste etappe van het Noaberpad wil je meer.

Benieuwd naar mijn wandelavontuur? Lees dan hieronder verder. Meer geïnteresseerd in het praktische gedeelte? Klik dan HIER


Een nieuw jaar, een nieuwe wandeluitdaging. Het routeboekje van het Noaberpad lag al sinds kerst 2021 in de kast. Mijn smoes? Maeve was nog niet klaar voor zulke lange afstanden. En dat was ook gewoon een feit, maar ik had natuurlijk ook kunnen beginnen zonder haar. Want dat is tenslotte wat ik alsnog deed op de allereerste etappe van het Noaberpad. Met zijn 22 kilometer was die flink aan te maat, eigenlijk nog iets teveel van het goede voor Maeve. Dus liet ik haar achter bij Chris, die trouwens zo lief was om mij naar het startpunt te rijden. Ik had het idee opgevat om de auto in Bellingwolde te parkeren, daar de bus naar station Winschoten te pakken en op de trein naar Bad Nieuweschans te stappen. Alleen had ik er geen rekening mee gehouden dat de overstap maar 3 minuten bedroeg en de trein maar 1 keer in het uur reed. Dus reden we ieder in onze eigen auto naar Bellingwolde, parkeerde ik de Saxo bij de Chinees en stapte ik bij Chris in. Een kwartier laten stond ik op het station van Bad Nieuweschans. De voetreis terug naar de auto zou een stuk langer duren.

In tegenstelling tot het Westerwoldepad, is hier wel een mooie wegwijzer geplaatst als wijze van symbool voor het startpunt. Ik maak een selfie en vervolg het pad door het dorpje Bad Nieuweschans. Het is hier een allegaartje van bouwstijlen, iets dat ik eigenlijk wel kan waarderen. Toch kan ik niet wachten om het dorp achter mij te laten en de natuur in te wandelen. Bij het passeren van een mooie brug loop ik het kenmerkende uitgestrekte landschap van Groningen in. Als ik aan het einde van het fietspad een typisch Duits bushokje zie slaat de twijfel toe. Ging ik op dag 1 al Duitsland in? De wit-rode markering pronkt op de lantaarnpaal, maar toch voelt het niet goed. Ik pak het routegidsje erbij en lees iets over een onderdoorgang van de A7, de A7? Die is helemaal aan de andere kant! Ik open Komoot op mijn telefoon en zie tot mijn schrik dat ik compleet aan de verkeerde kant sta. Ik heb niet de markering van het Noaberpad gevolgd maar die van het Nederlands Kustpad. Wat voor beginnersfout is dit nou weer! Er zit niks anders op dan helemaal terug te lopen, een fout die mij bijna 3 tot 4 kilometer extra kost. Ben ik even blij dat Maeve niet mee is, 26 kilometer was echt nog veel te veel geweest, dan wilde ze nooit meer met mij mee wandelen. Ik heb geen zin om uit te zoeken waar ik precies de splitsing van deze twee wandelroutes gemist heb. Wel heb ik mijn lesje geleerd, zodra het Noaberpad kruist met een andere LAW (en dat gaat nog vaker gebeuren), GPS aan en opletten!

Als ik eenmaal onder de A7 doorwandel slaak ik een zucht van opluchting, ik ben terug op het Noaberpad! Ook al volg ik een lang betonnen fietspad, het uitzicht maakt veel goed. Na het passeren van een houten brug word ik een grasdijk opgestuurd. Geconcentreerd vervolg ik de route, het pad is hobbelig en glibberig, dus is mijn blik naar de grond gericht en stap ik stevig door. De wind neemt toe en als ik weer op een betonnen fietspad loop speur ik de omgeving af naar een bankje. Eigenlijk heb ik wel zin een kop koffie en het liefst zit ik een beetje uit de wind. Maar dat lijkt een onmogelijke opgave te worden in dit bomenloze landschap. De ironie wil dat ik een bankje tegenkom, op een uitkijkpunt, enkele meters boven de grond. Er zit niks anders op, het stenen muurtje beschermt mijn gasbrander in ieder geval enigszins tegen de wind. Vandaag heb ik namelijk mijn grotere rugzak meegenomen zodat ik mijn gasbrander en pannenset mee kon nemen. Het Westerwoldepad heeft mij geleerd dat pauze nemen belangrijk is bij langere afstanden. Maar omdat ik niet zo goed ben in lang pauze houden, verplicht ik mijzelf eten, of in dit geval koffie, te maken tijdens de pauze. Het werkt, want ik zit met gemak 20 minuten buiten op het uitzichtpunt. In de wind, maar met een prachtig uitzicht over een relatief nieuw natuurgebied. Vanaf hier zie ik ook de weg die ik moet gaan volgen, een lange asfaltweg door de middle of nowhere. Let’s go.

Het is de weg waarover we die ochtend ook gereden zijn, als ik deze zou uitlopen en aan het eind linksaf zou slaan wandel ik zo Bellingwolde binnen. Maar het Noaberpad heeft nog wat andere dingen voor mij in petto. Een pad dwars door de akkers bijvoorbeeld. In mijn hoofd begin spontaan één van mijn favoriete nummers van Green Day af te spelen, “I walk a lonely road, the only one that I’ve ever known, don’t know where it goes, but it’s home to me and I walk alone.” Al weet ik nu wel waar deze weg heen leidt, naar Oudeschans. Het kleinste Oost Groningse vesting dorp en klein is het zeker, want ik ben er zo doorheen. Misschien is het het weer, maar Oudeschans voelt persoonlijk als enigszins vergane glorie aan. Er is geen mens te bekennen en zo zonder de zon doet het allemaal wat mistroostig aan. Stiekem had ik gehoopt op een cafeetjes waar ik even binnen had kunnen zitten, maar het enige café dat ik tegenkom ziet er evenzo verlaten uit. Ik besluit door te lopen en op het eerstvolgende bankje te pauzeren. Maar dat bankje is in geen velden of wegen te bekennen. Het smalle, vervallen fietspad waarop ik nu loop strekt zich honderden meters voor mij uit en als twee fietsers mij passeren en al snel in de verte verdwijnen baal ik eventjes dat ik niet op de fiets ben. Of een scooter, of een auto. Maar ook dit hoort bij het lopen van een lange afstandswandeling, het is niet allemaal prachtig en verrassend. Het is soms ook dodelijk saai en eentonig. Toch weet een bushalte een lach op mijn gezicht te toveren, ‘Hamsterweg’ heet de halte. Omdat het op een kruising met het gehucht Den Ham ligt, niet omdat er hamsters zijn. Als ik de weg oversteek, wéér een betonnen fietspad op loop en dan een elektriciteitskastje tegenkom besluit ik dat het dienst kan doen als bankje. Hier eet ik mijn boterhammen met pindakaas terwijl auto’s mij passeren en een enkeling toetert. Kennen deze mensen mij? Geen idee. Het fietspad leidt mij het dorp Bellingwolde binnen en daar sta ik toch even voor een dilemma.

Als ik de hoofdweg volg wandel ik binnen enkele minuten mijn auto tegemoet. Mijn benen beginnen langzaam aan te geven dat ze moe beginnen te worden, ik geef de schuld aan het Kustpad. Maar het Noaberpad heeft nog een natuurgebied op het programma staan voordat we echt Bellingwolde inlopen. Ik gok dat het nog 6 kilometer is, dik 1.5 uur lopen, dat moet te doen zijn. Dus verlaat ik de hoofdweg en wandel ik (eindelijk) weer een onverhard pad op. Eindelijk, bos! Ik ben meteen blij dat ik niet gekozen heb om rechtstreeks naar de auto te lopen en als ik een kazemat zie word ik nog enthousiaster. Er gebeurd eindelijk wat! Als ik het kanaal oversteek sta ik bijna in Duitsland, ik kan de Duitse borden al zien. Maar het Noaberpad blijft vandaag op Nederlands grondgebied. Ik wandel het natuurgebied de Lethe in, waar nog meer historische overblijfselen uit de Franse tijd op mij wachten. Twee verdedigingswerken moesten de smokkelarij in de grensstreek bestrijden. Tot zover het vriendelijke noaberschap. De onverharde paden slingeren door dit relatief nieuwe natuurgebied en ik kom op een gegeven moment oog in oog te staan met een groepje reeën. Voordat ik een foto kan maken zijn ze alweer de bosjes ingedoken en vervolg ik mijn weg. De laatste paar kilometers vallen mij zwaar, mijn benen zijn zwaar en ik voel dat mijn wangen rood kleuren. Als ik niet verkeerd was gelopen in het begin vermoed ik dat er iets fitter had bijgelopen. Maar met de ondergaande zon op mijn gezicht wandel ik alsnog na 26 kilometer de auto weer tegemoet. De kop is eraf. Het waren misschien niet altijd de meest enerverende wandelpaden, maar ik kan niet wachten om het landschap langzaam te zien veranderen en misschien wel met weemoed terug te kijken naar dat weidse, Groningse landschap.